Vrijdag 16 juli 1858 : de allerlaatste verschijning
Bernadette heeft al meer dan drie maanden geen verschijning meer gehad, van degene die zich op 25 maart had gepresenteerd en gezegd: “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis.”
Voor de laatste verschijning moet men al terugkeren tot de woensdag na Pasen, op 7 april 1858. Sindsdien is er bij de grot heel wat gebeurd, echter zonder dat Bernadette van ver of van nabij bij betrokken was. De verwarring die een zekere tijd heerst brengt er de autoriteiten toe om vanaf 15 juni de toegang tot de grot te verbieden. Er worden dus aanplakborden, planken en barricades geplaatst. Een beetje later en omwille van de explosieve situatie beslist op zijn beurt de bisschop de toegang tot de grot voor de katholieken te verbieden. Twee weken later zijn de geesten bedaard en de bisschop heft zijn verbod op. Maria kan dus naar Massabielle terugkeren.
In de avond van 16 juli voelt Bernadette opnieuw die onweerstaanbare innerlijke dwang om naar de grot te gaan. Zij kent die aantrekking heel goed, maar had haar al een hele tijd niet meer gehad. Zij vertrekt dus vergezeld door Lucile Castérot, haar jongste tante die nog maar 20 jaar is. Bernadette past zich aan de situatie aan. Enerzijds draagt zij geleende kledij, een beetje te groot voor haar, om zich goed te kunnen verbergen en niet herkend te worden. Anderzijds kiest ze ook een andere weg om niet rechtstreeks naar de grot te gaan, maar wel er tegenover te komen. Zij steken dus de rivier niet over en blijven op de rechteroever.
Bernadette knielt tegenover de grot neer, maar wel op grote afstand. Het is zowat 22.30 u. Langzaam, zoals de Maagd Maria het haar heeft geleerd, maakt zij een groot kruisteken en begint de rozenkrans te bidden.
Tante Lucile zit rechts van haar en links zitten twee jonge meisjes. De twee jonge meisjes houden een brandende kaars in de hand. Het is bijna nacht, maar in het licht van de kaarsen zien ze alle drie hoe het gezicht van Bernadette is veranderd, stralend van een geluk dat niet van deze wereld is.
De Onbevlekte Maagd is er dus, voor de achttiende keer. Er wordt geen enkel woord uitgewisseld. En toch is de eenheid intens tussen de Moeder van God en het heel jonge meisje van Lourdes. Na deze laatste verschijning zegt Bernadette eenvoudigweg: “Ze was mooier dan ooit”. Zij preciseert er bij dat zij de heilige Maagd heeft gezien zoals tijdens de verschijningen, heel dicht bij haar dus.
Bernadette weet dat zij juist op aarde haar laatste ontmoeting had met de Onbevlekte Maagd.
In de loop van dit Bernadettejaar stelt het Heiligdom O.L.Vrouw van Lourdes u voor op elke verjaardag van de verschijningen van Maria aan Bernadette een kaars aan te steken.